Cambodja

5 maart 2008 - Phnom Penh, Cambodja

Op naar Kampot

We zijn Bangkok door de lucht 'ontvlucht'  om in Cambodia te landen in Phnom Penh, de grootste stad die dit land kent. En omdat we onszelf onderweg ook wat beter hebben leren kennen, laten we ons meteen naar een busstation brengen waar we de eerst mogelijke bus naar Kampot confisceren... lekker naar het zuiden, naar een mooi rustig rivierplaatsje, met een aantrekkelijk nationaal park waar nog wel wat moois te zien moet zijn. Raar hč, dat ons dat een beter plan leek dan van stressvolle wereldstaddrukte naar drukkend warme drukte 

cool.gif

De kaartjes waren snel gekocht, en het eerste wachten mocht beginnen, want onze bus zou pas een uurtje of 5 later vertrekken. Dus mochten we vanaf een relatief rustig bankje in een soort van openair 'wachtruimte' wat nader kennismaken met ons nieuwe 'thuisland' voor de komende weken. 
Op stenen bankjes, onder een betonnen dak met om ons heen een wirwar van cyclotaxis, scootertjes, bussen en heel veel wachtende locals werkten we een ontbijtje naar binnen dat we net gescoord hadden bij het winkeltje van het nabijgelegen tankstation. Tussen al deze bankjes liepen erg veel krant- en tijdschriftenverkopers rond, in alle leeftijdscategorieėn. Nadat we al een paar keer vriendelijk bedankt hadden voor de Herald van eergisteren of de Bangkok Times van gister voor de prijs van overmorgen, leek het met name de kinders onder de verkopers wel interessant om dan maar gewoon naast ons te komen zitten. Werner was net verdiept in de 3D-plattegrond van Phnom Penh en via de advertentieplaatjes was het eerste contact zo gelegd. Met name de dame-in-bikini waar hij natuurlijk net van zat te genieten zorgde voor de nodige hilariteit, en deed mij uiterst geschokt reageren 

wink.gif


Via de nummertjes en letters aan de rand van de kaart kwamen we bij de engelse woorden, en van de foto's in de Lonely Planet via de woordenlijst achterin kwamen we bij onze eerste les in het Khmer... een taal die erg apart klinkt, er nog aparter uit ziet in geschreven vorm, maar vooral té apart blijkt voor onze strottehoofdjes en stembanden! We hebben erg veel pret gehad met de dames en heren (en zij om onze stuntelende pogingen hun taal te herhalen) en het was erg mooi om te zien hoe ieder op een eigen manier met taal, lezen, leren bezig was, en om te zien dat ze ondanks dat ze werken, ook nog erg spontaan naar de kindermodus over kunnen schakelen.
En wat ook érg genieten was, was het feit dat onze eerste kennismaking met Khmer-mensen in de verste verte niet zo negatief, onbehouwen of opdringerig was als waar veel medereizigers ons voor hadden gewaarschuwd. Er is geen kik gegeven om geld of een andere 'gift', terwijl dat echt iets is wat veel mensen blijkbaar als allereerste opvalt of te binnen schiet als ze 'Cambodia' in herinnering halen... Tot nu toe hebben wij er geen vervelende ervaringen mee in elk geval, al weten we wel dat het in Angkor wel beduidend anders zal worden. Maar het helpt wel degelijk als je met een vriendelijke lach nee zegt tegen de 25e tuktukker of motodriver die graag zijn werk met jou wil doen en zijn boterham wil verdienen.

Maar goed, uiteindelijk kwam onze eerste Cambodiaanse bus in beeld, wat toch altijd effe een spannend moment is, zeker na de nieuwe variaties op vervoersmiddelen die we in Myanmar hebben leren kennen... maar dit viel alles mee, een grote bus met zelfs nog wel wat beenruimte, zonder middenbermstoelen en natuurlijk wel mét de gezellige karaokedvdtjes. 
Een rit van vier uurtjes liet ons meteen het nodige zien van het plattelandsleven in het zuiden. Mooie mensen en mooie kraampjes, prachtige huisjes in allerlei stijlen, maar in elk geval zo goed als allemaal op palen met daaronder een extra leefruimte waar je in je hangmatje met elkaar de dingen van alledag doet en bespreekt. Het ziet er zeker niet rijk uit, en de mensen gaan ook niet in hun zondagse pak op de ossekar een dorpje verder, maar de hele sfeer kwam op ons erg aangenaam over.
Kampot zelf, 'ons' dorp, is een wat grotere variant van wat we zoals tegenkwamen onderweg, maar dan aangevuld met veel franse 'bouwvallen' in verschillende stadia van bewoonbaarheid, wat nieuwerwetsere woningen daartussen, en verder vooral veel ruimte én natuurlijk: scootertjes. Want Cambodia ligt nu eenmaal in Aziė, en Aziė draait nu eenmaal op de scootermotor 

smile.gif


En dan valt het hier nog mee, zullen we gaandeweg onze tocht hier merken, maar ook hiervoor geldt, dat het een wijs besluit was om onszelf de langzame kennismakingsweg te gunnen.

We zijn met name in Kampot neergestreken omdat we naar Bokor NP willen en dan nog iets specifieker, naar een oud hill station wat daar ligt. Wat we ons daar precies bij moeten voorstellen weten wij ook niet hoor, maar je moet toch ergens een route mee bepalen hč. De volgende dag blijken we geluk te hebben als we nog een tour kunnen boeken hierheen, want de weg bergop, slingerend door mooie flora en fauna blijkt eigenlijk voor de komende twee jaar gesloten te zijn voor alle verkeer. De reden? De huidige dirtroad gaat vervangen worden, door een megasnelle snelweg 

sad.gif


Waar dat dan goed voor is? Tsja, dat vroegen wij dus ook... Nou kijk, het hillstation is een verzameling oude gebouwen, een ghosttown, met o.a. een hotel en een casino. En nou leek het een grote zakenman wel een leuk ideetje, om dan zeg maar op diezelfde plek een nieuw, hypermodern, groot hotel en natuurlijk casino te gaan bouwen. Om daar te komen, zowel voor het bouwen als natuurlijk met alle luxe vervoerders voor de dure toeristen waar hij zich op richt, moet je wél een beetje ' op stand'  naar boven kunnen racen. Aangezien de zakenman vriendjes is met één van de hoogtste politieke toppertjes van dit land, en die altijd nog wel wat meer geld kan gebruiken voor hem en de zijnen, gaat zo'n plan dus werkelijk van de fabelenwereld naar de werkelijkheid.... En dat Bokor een beschermd natuurgebied is, met beschermde diersoorten... ach, minder belangrijk. En dat het hillstation een hele grote trekpleister is, waar het plaatselijke toerismegilde een belegde boterham mee kan verdienen, die nu twee kaal kan worden, om over 'daarna'  nog maar even niet al te pessimistisch te worden.... mwah, dat boeit bovenin ook niet echt iemand.
De enige manier om hierin mee te blijven draaien is op een of andere manier vriendjes worden met de mensen met het grote geld in dit project... en als tourbureautje netjes je omkoopsom te betalen aan de wegwerkmaatschappij, die zegt dat je er voorlopig dan nog wel overheen mag, mits je dan wel een grote pickupvrachtwagen met chauffeur huurt die zij voorstellen en niet je eigen mensen en materiaal gebruikt. En hoe lang dit spelletje zo gespeeld mag worden, dat gaat ie vanzelf wel merken, dus of toeristen in de tussentijd nog wel hierheen af moeten zakken, daar is geen zinnig woord over te zeggen.

Tsja, onze eerste kennismaking met 'de macht van het geld'  in Cambodia... jammer maar helaas maar al te waar, wordt er door allerlei zakenlui en -landen met niet echt de beste bedoelingen voor Cambodia heel veel geld in het land gepompt. Kan geen kwaad, zou je zeggen, maar als het ten koste gaat van de mogelijkheden voor mensen in het land zelf om geld te verdienen, om zeggenschap te hebben over hun erfgoed, over hun cultuur én hun natuur... dan is het heel misschien toch niet zomaar oké. Zonder nou meteen de hele wereld te willen verbeteren, zijn we toch wel onder de indruk dat in deze tijd nog steeds zoveel mensen groot geld echt zoveel belangrijker vinden dan mensen in een land wat juist in de hele recente geschiedenis al zo veel voor de kiezen heeft gehad...

Omdat we toch wel willen zien waar we voor kwamen betalen we een veels te hoge prijs (want tsja, omkopen + winst maken = klant overvragen) en met een leuk gemengd gezelschap hobbelen we in een pickuptruck naar boven. We hebben geluk met het weer... wat wil zeggen dat het bewolkt en op de berg heel erg mistig is! Want een echt ghosttown, die wil je niet met strak blauwe hemel en brandende zon beleven, daar moet het kil en grijs voor zijn, waarbij je de klif achter het hotel niet kunt onderscheiden, en je dus zomaar de diepe afgrond in zou kunnen wandelen... Wauw, da's mooi! De meeste gebouwen zijn uit de jaren 60, een aantal wat ouder, maar een ding hebben ze gemeen: ze zitten vol met een hele aparte oranje schimmel. 
Tegen de grijze betonnen karkassen, in het grijsgroenige landschap met de flarden mist die om je heen 'golven' worden de verhalen van ongelukkige gokkers die hun laatste centen verspeelden en zich van het leven wilden beroven erg goed voor te stellen... 
Na deze stad genieten we nog van een wandeling in de junglenatuur van het park (terwijl de zon het inmiddels toch gewonnen heeft, wat een timing zeg!) en komen we aan het eind van de dag met blauwe billen van het hopsen in de truck aan bij de rivier: het laatste stuk doen we lekker relaxt op een bootje, biertje erbij, proost!

We genieten nog een dagje van dit relaxte dorp en lezen alvast het een en ander over de rest van het land, en over verschrikkelijk veel goede-doelen-projecten die er overal te vinden zijn. Dus om de toon te zetten lunchen we alvast bij Epic Arts, een restaurantje dat gerunt wordt door doofstomme mensen en waar o.a. een project aan 'vast'  zit voor mindervalide en valide dansers. Kijkje nemen? Dat kan hier: http://www.epicarts.org.uk/index.htm

Pfff... Phnom Penh

Onze volgende stop is Phnom Penh, centraal gelegen en 'onvermijdelijk' in het reizen door Cambodia. Dat betekent níet dat het niet op ons wensenlijstje staat, alleen dat we even diep ademhalen voor we in de hectiek en stoffig drukkende warmte van deze stad stappen.
We hebben mazzel als we aankomen, een heerlijk rustig tijdstip, uurtje of vijf 's middags, geen kip op de weg... alleen wel duizenden scootertjes en tuktuks, en daartussendoor zo af en toe een grote Lexusbak of Landcruiser, afgewisseld met de andere auto die je hier nog wel ziet rijden: de Toyota Camry. Hoeveel typevarianten van de Camry kennen wij in Nederland? Vast 1 of 2 minder dan hier... ik geloof dat we inmiddels al wel vijftien types hebben zien rijden, de een wat ouder, de ander wat groter, weer een ander wat nieuwer en luxer, maar allemaal van exact hetzelfde nest.
Maar goed, daar zitten we dus niet in, we hebben uiteraard voor de totaalbeleving van geur, geluid en smaak een tuktuk genomen naar ons guesthouse. Een tuktuk is hier overigens weer net anders dan we tot nu toe zagen; hier hebben ze een soort tot koets opgewerkte aanhanger aan een brommertje of scooter hangen. De onze tukt zo goed en zo kwaad als ie kan naar de bestemming, onderweg lichtelijk gehinderd door de medeweggebruikers. Later begrijpen we dat het zelfs naar PP'se begrippen wel héél erg en héél lang zo ontzettend druk was, en dat kwam door... Valentijnsdag 

blink.gif

 Menig scooter was inderdaad bezet door een jong en een meis, en minder vaak dan anders door 3, 4 of zelfs 5 personen, waardoor uiteraard het totale voertuigaantal behoorlijk omhoog schiet.

Jammergenoeg wordt het mooie deel van dit ritje en van de uit-eet-opties een beetje verpest doordat er langs de rivierkade een lang ijzeren schot staat; er wordt hard gewerkt met Japanse centen aan een betere 'vloedpreventie'. Diezelfde Japanners zijn we al eerder op bordjes tegengekomen hier in de buurt van waters, met name bij damprojecten. Hopenlijk is het ook echt goede hulp, en niet alleen in eigen belang, want dammen in Cambodiaanse (en Laosiaanse) rivieren zijn op het moment aardig onder vuur omdat het erg schadelijk uitpakt voor het hele ecosysteem waar dieren maar meer nog de mensen afhankelijk van zijn. Maar goed, de restaurants maken er wel nog steeds heerlijke maaltijden klaar, dus duiken we 's avonds toch een goed Khmertentje in waar we het eten én het tapbiertje goed laten smaken.

We verkennen de stad slenterend, met een leuke bijkomende leidraad. Er zitten in PP ontzettend veel souvenierwinkeltjes (verrassend...) waarvan een aanzienlijk aantal gelinkt is aan allerlei goede doelen, oftewel, winkelen om goed te doen... een betere smoes kun je je toch niet wensen 

biggrin.gif


Natuurlijk is dat niet het enige waar we mee bezig zijn, maar ik moet zeggen dat het wel 'uitnodigt' om je ogen wat beter open te houden naar deze winkeltjes, en om je lunch te eten in een restaurant waar straatkinderen de boel runnen, je nieuwe tshirtje niet te gaan zoeken op de 'vandevrachtwagengevallen-merken-markt' maar in een winkel die een ander project ondersteunt (en waarvan de kleding dan ook gemaakt of opgesierd is door mensen die de hulp zelf nodig hebben)

Een van de winkeltjes waar we terecht komen wordt gerund door een jongedame uit Ede, die een jaar lang in PP zal zitten om het project waar ze al vrijwillig voor aan de slag was (een school in een dorpje in de buurt) op de rit te helpen om zelf geld te genereren, o.a. dus via dit winkeltje. Neem vooral eens een kijkje op de website, als het goed is kun je thuis in je luie stoel ook bij Heida winkelen: http://www.shopandhelpcambodia.com/ Heerlijk om dit soort enthousiasme én realisme uit het thuisland tegen te komen in PP!
Andere projecten zijn natuurlijk ook ontzettend de moeite waard, dus ik zal een dezer dagen een linkjesverzameling proberen te plaatsen op de site. Er is in elk geval 1 project wat ik jullie niet wil onthouden, en dat vind je hier http://www.friends-international.org/center.html. Klik vooral daarna op 'Buy a brick', mocht je verlegen zitten om een leuk cadeau voor iemand, misschien een idee!

We laten natuurlijk het culturele pakketje van Phnom Penh niet links liggen en bezoeken braaf het National Museum en het terrein van het Royal Palace. Weer heel wat anders dan de kloosters en paya's die we in Myanmar zoveel gezien hebben. Maar... ook hier hebben ze gelukkig weer boeddha's. Vooral Werner geniet met volle teugen van het weerzien met al zijn vriendjes/vriendinnetjes. Boeddha is nl geen man en geen vrouw, maar een combinatie van 'perfect' (geachte) uiterlijke kenmerken; tenminste, zo was het in Myanmar, ze lijken er hier wat vrijere uitdrukkingsregels op na te houden.
En omdat een verjaardag ook in het buitenland best gevierd mag worden met iets leuks, belanden we 's avonds bij een voorstelling Apsara-dansen (wederom met een goede achterliggende reden, want als je door oorlog en ellende je hele eigen cultuur kwijt dreigde te raken, dan mag er zeker aandacht en geld zijn voor projecten die dit weer levend weten te krijgen) Prachtige kostuums, mooie verhalen van alledag en van boeddha-belevenissen, klanken die ons gehoor nog niet echt gewend is... ja hoor, een mooi verjaarsfeestje!

Een andere belangrijke 'bezienswaardigheid' als je in PP bent is het Tuol Sleng Genocide Museum, en de Killing Fields... geen lichte kost, want hier komen de verschrikkingen van de oorlog en het bewind van Pol Pot met zijn Rode Khmer wel héél erg realistisch dichtbij... De Rode Khmer had één belangrijk doel waar alles wat (on)denkbaar was voor ingezet werd: het ultieme socialisme brengen in Cambodia, sneller dan ooit ergens ter wereld was gelukt... Daarvoor werd iedereen, jong en oud, ziek of gezond, uit zijn of haar omgeving en context gerukt, moesten mensen alleen nog maar als slaven tot 15 uur per dag werken op het land, kregen ze nauwelijks te eten, werden ze murw gemaakt op ontelbare manieren, leidde tegenspraak tot executie en was er van eigenheid of leven geen sprake meer. 
Tuol Sleng is één van de grootste gevangenissen uit die tijd, waarin tussen 1975 en 1979 duizenden mensen gemarteld zijn, om op 7 na vervolgens op de Killing Fields de laatste nekslag te krijgen.
Ontzettend beangstigend indrukwekkend, koud en stil, maar vooral zó eng dichtbij en toch zo 'ver weg' voor ons... Mensen werden in deze oude school opgesloten in kleine cellen, waar je amper in kunt liggen, het drinkwater werd 1 of 2 keer per dag via een raampje op de grond gespoten, waar het zich vermengde met dingen die je normaal in een toilet verwacht, alleen hadden ze daar niets voor. Anderen werden met 20 tegelijk aan een lange ijzeren staaf geketend met hun voeten, en moesten zo álles doen wat een mens echt moet... Overal moest toestemming voor gevraagd worden, zelfs om je ledematen in een andere houding te proberen te wriemelen.
Alles werd minutieus bijgehouden, namen, foto's, martelingen, duizenden verschillende bekentenissen van dezelfde mensen, die ze keer op keer maar wijzigden als daar om gevraagd werd, de enige hoop op rust... De martelingen zelf zullen we niet beschrijven, en veel van de foto's die we hebben gemaakt willen we niet plaatsen omdat het soms echt te indringend is.
En je dan te realiseren dat tot nu geen enkel kopstuk van deze idiotie ooit berecht is... en dat met (bewuste en onbewuste) hulp van diverse landen de Rode Khmer ná de val in 1979 gewoon weer verder kon groeien en opnieuw angst, onrust, oorlog en dood zaaide in de jaren 90... 
Na het verdrijven van de Rode Khmer in 1979 kregen mensen te maken met immense hongersnood, omdat verliezende en winnende partijen alle oogsten over en weer vernield hadden, want o wee, als de ander toch eens ergens van zou profiteren...
En dat leeft dus op allerlei manieren, naast andere gevolgen van andere oorlogsfeiten zoals de 'afvalbommen' van de Amerikanen in de Vietnamoorlog, voort in het leven van vandaag, de mensen, de samenstelling van de samenleving, het geloof in het leven en in leiders...

Pfff...

Buitenleven om Battambang

Om weer wat energie bij te tanken in een ruimere en minder benauwende omgeving nestelen we ons even in Battambang. Op zich ook een grote stad (ik geloof zelfs de tweede van Cambodia) maar heel erg anders in beleving dan de hectiek van Phnom Penh.
Hier laten we ons na aankomst meteen overhalen om achterop twee scootertjes te springen en een verfrissende rit te maken langs de rivier, naar een treinstationnetje tussen de landerijen... we gaan een ritje maken met de 'bamboetrein'. 
Om eerlijk te zijn was het vooral het frisse-wind-happen na de busrit van een aantal uren dat ons aansprak, maar vooruit, laten we niet altijd voor de echte pret afhaken 

tongue.gif


De 'trein' is een platformpje van bamboe, een soort uit de kluiten gewassen kamerscherm zeg maar, wat op twee losse 'assen' gelegd wordt die op hun beurt weer los op de rails liggen. Daar bovenop komt een soort 'buitenboordmotortje' te staan dat met een riem de assen aandrijft. Een enkele spoorlijn, geen wissels en uitwijkmogelijkheden dus, is de weg waarop de pret zich afspeelt. Hopen en duimen dus, dat er geen grote, snelle, stomende tegenliggers opduiken...
We hebben lol gehad op onze trein, samen met onze franse medepassagier. Stiekem gaat het nog best hard, en voel je vooral de 'lassen' in de rails net effe een tikkie harder dan in een tweedeklasstoel van de NS! Je zit een centimeter of 20 boven de grond, vering is er natuurlijk niet te bekennen en je ziet de knallen aankomen zonder dat je er wat aan kunt doen.
En de tegenliggers.... waren alleen maar andere bamboe-ers, die op hun traject ons voorrang moesten geven en dus netjes van de trein stapten, waarop platform, motor en assen naast de rails getild werden tot we voorbij waren, om vervolgens alles weer keurig op te bouwen. De enige échte trein die op deze rails rijdt gaat 1x per dag 's ochtends om 07.00u, dus er moet wel iets heel raar lopen in de dienstregeling wil dat een gevaar opleveren bij de bamboeritjes 

biggrin.gif

De volgende dag gaan we de hele dag op pad met opnieuw twee motodups, en zien we heel veel van het buitenleven om Battambang heen. Ruimte, rust, eenvoud. Mooie huisjes, kleine durpjes, aardige mensen. Maar ook een aantal culturele hoogstandjes van vroeger passeren de revue en zo komen we weer eens in de echte ruïnes terecht; schots en scheve overblijfselen van tempelgebouwen die ons doen denken aan sommige Maya en Incahoogstandjes (maar dan natuurlijk wel weer nét effe anders hè)
En natuurlijk niet te vergeten, we gaan eindelijk weer aan de echte, actueel gebruikte tempels, paya's en boeddhaplaatsen! Want die hadden we sinds we Myanmar uit zijn wel gemist hoor... dat wil zeggen, vooral Werner, die is helemaal dol op de nieuwe varianten, kleuren, tekeningen, versierselen en andere manieren waarop er in dit land uitdrukking wordt gegeven aan het Boeddhisme... not dus 

cool.gif

 Ik helaas voor hem wel, dus moet ie maar weer eens een stoepje of een bankje opzoeken en een extra flesje water drinken om te tijd te doden.
Vandaag hebben we overigens ook een nieuwe modeaankoop mogen doen, waar we al op hoopten sinds we ze voor het eerst zagen opduiken: we hebben allebei ons eigen mondkapje! Werner durfde nog niet echt een fashionstatement te maken en koos daarom voor het praktische en neutrale ziekenhuisdesign, maar ik kan me hier onder de hipperen mengen met mijn bordeauxrode geblokte mond hoor! De volgende stap wordt de (à la tafelkleed geblokte) Cambodiaanse zijden krama (sjaal) die we dan om onze hoofd-nek-mond-partij gaan leren knopen zoals de locals doen, zonnebril over het vrijgebleven streepje en gaan met die motodup... 
Oké, we zien er volslagen debiel zo, en we realiseren ons hoe ineffectief het op de langere termijn ongetwijfeld is... Maar we waren toch wel heel erg blij dat in elk geval een beetje van het rode stof dat op een bepaald deel van onze route echt óveral in kruipt en óveral aanwezig is níet in onze luchtvoorziening doordrong! En langs deze highway, zoals ze dit zandpad echt serieus noemen, wonen erg veel mensen, waar je je dus van kunt afvragen hoe die lijven zich hier bij voelen... echt gezond kan het niet zijn, en irritant is het in elk geval op z'n minst!

We besloten nog een dagje in Battambang zelf te blijven, wat ons op heel veel verbaasde blikken van guesthousemedewerkers en motoduppers kwam te staan... wél hier blijven, níet de countryside in??? Maar dat is toch waarvoor iedereen hier komt??? We hadden ook al een Belgisch stel gesproken die vooral concludeerden dat Battambang een vieze stad is... klopt (nou ja, stoffig, vies hebben we echt wel veeeel erger gezien) maar het is ook hoe het leven van alledag er ook uitziet in Cambodia. En wij worden ook een reisdagje ouder en kunnen dus best even zonder nog meer 'spektakel', dus wandelen we door de markt, de straten en langs de rivier, drinken we een biertje en genieten we lekker samen. Werner onderneemt zelfs een serieuze winkelpoging voor zichzelf, aangezien de slippertjes inmiddels toch echt aardig aan het verslijten zijn en best vervangen mogen worden... alleen heeft ie de pech dat ze hier niet verder komen dan maatje 43 en dat scheelt echt nog een paar belangrijke centimeters. Hetzelfde geldt voor de tshirts, waar ook wel wat vervangen in mag worden...wasmiddel of wasmethode is sinds we Latijns Amerika achter ons hebben gelaten behoorlijk veranderd, of onze shirts gewoon op, maar de 'vergrijzing' slaat in elk geval in rap tempo toe en maakt dat we ons wat oud en versleten gaan voelen in ons kloffie... maar helaas, essentiële centimeters (en model) ontbreken in de hier aanwezige exemplaren.
De volgende dag maken we het nog bonter, want ook as we speak zijn we dus nog hier, zitten we achter een pc, eten we eens wat, en snappen ze ons helemaal niet meer. Maar zeg nou zelf, als je de keus hebt tussen relaxt een stukje voor de site tikken en je inlezen in het knalstuk Angkor, in een betaalbaar en behoorlijk rustige omgeving, met een goed restaurant en een prettig guesthouse met een goed matras voor weinig geld... of je gaat hetzelfde doen in Siem Reap, dé toeristenstad van Cambodia, met megaveel gidsen en tuktukkers, verkopers en bedelenden die allemaal iets van je zouden willen, waar de hectiek en de keuzemogelijkheden groter worden en de prijzen alsmaar hoger.... 
Juist, wij bleven hier hangen en stappen morgenochtend om 7 uur op de boot naar Siem Reap

biggrin.gif

Battambangboot naar Siem Reap

7 uur dus, en natuurlijk netjes een kwartiertje vroeger, na een nog veel vroeger ontbijtje, waren wij er klaar voor. Ach, eerst nog even wachten tot half 8, want dat bleek eigenlijk de tijd dat we klaar moesten staan voor het busje dat ons naar de boot zou brengen. Om 8 uur bij de bootplaats, alle bagages netjes van de bus af, klaar om naar de waterkant te wandelen... hûh? naar die pickuptruck? hoezo? Ah, laagwater, te laag om hier op de boot te komen, dus we rijden een half uurtje verder naar een wat dieper stuk. Makes sense, dus installeren we ons op de rand van een pickupje samen met nog wat reizigers en vakantiegangers. 
Een half uurtje later hopsen we nog over wat dorpsweggetjes, om vervolgens een uitgedroogd rijstveld in te slaan. Dit is het moment waarop we toch wel blij zijn dat we nog steeds 2 andere pickups in beeld hebben met lotgenoten, zodat we niet bang worden dat we naar de middle of nowhere getransporteerd worden om daar afscheid te nemen van dierbare bezittingen 

wink.gif


De vriendelijke cambodiaan die op het dak meereist en af en toe een stop inlast om wat struiken weg te hakken met zijn machete blijft ons met gebaren en Khmerbabbels verzekeren dat we er echt komen gaan. De weg is inmiddels geen weg meer, maar iets wat soms op een pad lijkt, of misschien een opgedroogd riviertje, of een karrespoor, maar waar in elk geval kuilen in zitten... soms met rollercoastereffecten door de hoogte-diepte-afwisseling, waar met name de achterkant van de pickuprijders goed voor gewaarschuwd moet worden zodat ze er niet afdonderen. Daar hebben we overigens allemaal last van bij het zijwaartse hobbelen en bobbelen hoor, en het 'duiken!!'  geldt ook voor alle levende wezens die ledematen en kleding enigszins intact uit de tocht willen laten komen...

Ruim drie uur later stoppen we ergens, gaan de rugzakken van de pickup en volgen wij aarzelend maar hoopvol, en blijken we dan eindelijk bij de bootjes gearriveerd te zijn. Ach, tijd, het is en blijft een relatief begrip hè...
Deze rit heeft naast de nodige blauwe plekken en schrammen een boel plezier en gegiechel onderling opgeleverd, en maakt ons ontvankelijker voor de luxe rust van de boottocht die we nu voor de boeg hebben. Want de harde houten bankjes van dit 'schip'  zijn dan misschien niet echt comfortabel, ze liggen wél stil en ondanks de nodige moeite die bootman en bootchauffeur moeten doen in het begin om ons varende te houden in de ondiepe wateren, gaan we redelijk smooth vooruit. En dat alles waarderen we nu alleen maar meer 

biggrin.gif

Onderweg genieten we van het ' alledaagse' rivierleven, mensen die in en op en om bootjes wonen en werken, spelen, koken, wassen... prachtig eenvoudig om te zien, en aan de andere kant geweldig vernuftig hoe ze sommige dingen doen. We passeren bijvoorbeeld de nodige enorme 'visnetplatformconstructies' van bamboe, een soort drijvend hutje, met daarvoor een vergaarbak voor vis, en een meters hoge constructie die met touwconstructies en gewichtverdelingsdingen neergelaten kan worden... hmm, nee, niet uit te leggen dus, ik speel het even door aan mijn foto-secundant, die kan het jullie ongetwijfeld laten zien!
Her en der passeren we een dorp langs de waterkant, waar mensen in erg wisselende omstandigheden wonen, en waar je zendmasten afgewisseld ziet worden met paalwoninkjes... apart en indrukwekkend om in zo'n andere wereld rond te dobberen.

Tegen het einde van de tocht voeren we nog een tijdje over het Tonle Sapmeer, waarbij het eigenlijk wel goed uitkwam dat daar even niet zoveel te zien of te beleven viel, en dat het waterleven zich verder van ons bootje afspeelde. Onze bootchauffeur had namelijk van al dat harde sturen en turen de pijp blijkbaar wat leeg, en knikkebolde lekker een eindje weg met de oogjes dicht. Gelukkig werd met het toenemen van het tegemoetkomende verkeer ook zijn alertheid weer wat wakkerder, en zo maakten we 8 uur na het oorspronkelijke vertrek kennis met de eerste Siem Reapse tuktukkers.

Angkor, encore, en more, more, more...

... want 'meer' , dat is een woord dat met stip op één te binnenschiet, denkend aan Siem Reap en Angkor... meer tuktukkers, meer toeristen, meer slaap-, eet- en drinkgelegenheden, meer verkopers en meer geld, maar het meest natuurlijk nog wel: meer tempels 

cool.gif

Bij onze fantastische minibus-pickuptruck-boottocht zat ook nog eens bij de prijs inbegrepen een tuktuk naar het guesthouse van onze keus. Onze guesthouser uit Battambang had onze naam laten opschrijven en zou dit netjes doorspelen. Ondanks dat er nog een stond met een bordje dat wel erg leek op onze Wilhelmus (tsja, paspoortnamen, ze blijven leuk!) kozen we toch maar voor de door onszelf doorgegeven 'Werner 2 pax'  (de 2e 'pax'  ben ik dan zeg maar) De deal met dit soort gratis tochtjes werd ons al heel snel duidelijk; de erg goed engels babbelende jongeman die bij ons in het bakkie zat prees zijn tuk met minder goed engelssprekende driver heeeeel erg aan als vervoermiddel voor de komende drie dagen Angkor-ren. Eerlijksheidshalve zei hij nog wel dat we hoe dan ook niks verplicht waren, maar dat hij natuurlijk wel graag wat wilde verdienen... en eerlijkheid doet het wel, dus besloten we in elk geval voor de eerste dag met hem in zee te gaan.

Intrek genomen in het guesthouse, een rondje restaurant-kiezen gemaakt en een hapje gegeten, en toen maar eens lekker vroeg slapen want de volgende ochtend om 05.00u zou onze tuktukker klaar staan om ons naar de zonsopgang bij Angkor Wat, tempeldertempels, te tuffen!

Apart, om helemaal in het donker voor het eerst richting zoiets wereldberoemds en indrukwekkends te reizen, om in het donker (want natuurlijk waren we het zaklampje vergeten) de eerste stappen daarbinnen te zetten en op een randje stenen te gaan zitten wachten tussen de nodige andere kijkers en koffieverkopers op de eerste lichtstralen én de eerste echte glimp van Angkor Wat... Wat? Wolken? Ja, gister, toen er wat regen viel bij onze aankomst, maar nu toch niet meer?
Jawel hoor, bewolkt en wel werd het dan weliswaar een klein beetje lichter, maar de prachtige, indrukwekkende foto's zoals we ze van sommige mensen kennen (we noemen geen namen en zijn in de verste verte niet jaloers) moeten we jullie schuldig blijven. Grijs, grauw, donker, dat was onze eerste echte kennismaking... en hoe mooi dit immense tempelcomplex ook is, het komt nu eenmaal beter tot zijn recht als het zonlicht de verschillende kleuraccenten en grijs-groen-schaduwelementen meer naar voren weet te halen.

Het is wel heerlijk om hier rond te wandelen zonder bergen en bergen medemensen, wat we ons met name later op de dag en in de volgende dagen nog menigmaal in herinnering zouden verzuchten... we kunnen alvast verklappen dat we een nieuwe níet-favoriet groepstoeristen-land hebben gekozen: de chinezen 

mad.gif

 Naast veel te veelvuldig aanwezig, luidruchtiger dan alle andere mensen en groepen bij mekaar, hebben ze een erg onbegrijpelijke en behoorlijk storende hobby: allemaal dezelfde foto willen hebben... nee, niet van een tempel, van een groep, van een mooi uitzichtje... maar van ieder individu van de groep, op exact dezelfde plek als de allereerste, in exact dezelfde houding, met exact dezelfde 'grappige' toevoeging zoals bijvoorbeeld het V-tekentje naast het eigen hoofd... Oftewel, als je één chinees klaar ziet gaan staan voor een leuk kiekje, daar waar jij net rustig stond te genieten of te mikken met je camera, dan weet je al dat je minstens het komende kwartier zoet bent met wachten tot alle chineesjes hun unieke plaatje in de pocket hebben!

We hebben de eerste dag een rondje 'klein circuit'  gemaakt, wat zoveel wil zeggen als de allerberoemdste en grootste tempels bezoeken: Angkor Wat, Ta Prohm en Angkor Thom. Vaak wordt daar nog een zonsondergang aan vastgeplakt vanaf de bergtoptempel Phnom Bakheng, maar als je de tientalle bussen, ontelbare tuktuks en megaveel fiesten langs de weg ziet staan en de enorme stroom mensen richting berg ziet 'knokken', dan kán het zijn dat je daarvoor bedankt... 
De eerste, Angkor Wat, die ken je waarschijnlijk wel met zijn vijf torens die bij alles wat iets met 'Angkor'  te maken heeft opduiken; wij hadden ze hier al wel een enkel keertje gezien, op het nationale bieretiket 

cool.gif

 Dit is 's werelds grootste religieuze gebouwencomplex.
Ta Prohm dankt zijn bekendheid aan het feit dat het een van de weinige grotere tempels is die bewust in 'rauwe'  vorm wordt gehouden, offe, was het nou vooral omdat hier Angelina Jolie iets geietst heeft in de film Tombraider? En Angkor Thom is het grootste complex, waarvan met name het onderdeel Bayon errug bekend is, want dat is de tempel met de enorme hoeveelheid gezichten in de torens. Ach, je kunt maar vast de toppertjes binnen hebben nietwaar?

De volgende dag tukten we met dezelfde tukker een 'groot circuit' omdat hij ons bij het kleine rondje wel bevallen was. Hierbij maak je meer kilometers en kom je bij de wat kleinere tempels uit, die nog steeds erg groot zijn overigens, en krijg je  gaandeweg een beetje feeling voor hoe dit alles er misschien eeuwen geleden echt uitgezien moet hebben... Al deze tempels zijn bouwsels van (of voor, want denk niet dat zij zelf iets er aan hebben bijgedragen) koningen van het Khmerrijk, verspreid over een periode van de 9e tot de 14e eeuw. Deze koningen vonden zichzelf ernstig briljant en belangrijk en riepen zichzelf uit tot 'god-koning'... echt bescheiden klinkt het niet hè 

rolleyes.gif


Elke koning wilde beter, meer, groter, symmetrischer zijn of haar 'hoofdstad'  bouwen dan de voorganger. De tempels zijn de religieuze overblijfselen, daar waar op dezelfde ommuurde en omgrachte terreinen ook nog heel veel paleizen, politieke, publieke, 'gewone' gebouwen en natuurlijk het 'normale leven' te vinden waren. Alleen de religieuze gebouwen werden van echt duurzame materialen gemaakt, want duurzaamheid en/of eeuwigheid was nu eenmaal voorbehouden aan de echt grootsten der groten.

Zelfs na zo'n grotere ronde is er enorm veel wat je nog níet gezien hebt van Angkor, en dus spreken we voor de laatste dag van ons driedaagse ticket af om een paar van de echt verder weg en meer geïsoleerde pareltjes te bekijken, en dus zien we Banteay Srei, een klein complexje met echt prachtig precies priegelwerk-beeldhouwwerkversierselen, waarvan gezegd wordt dat het wel haast door vrouwenhanden gemaakt moet zijn. Ook de Roluosgroep die uit de normale richting ligt bekijken we op ons gemak, en nadien zit Werner echt ver over zijn tempeltaxmax, dus laten we het daar bij. Gister hebben we onze zonsondergang tenslotte al 'gepakt'  op een minder drukke tempel, dus mogen we vandaag verder vrijaf.

Dago is helaas niet nog niet verzadigd, en wil nog een dagje zelf aan het roer staan en pakt dus de fiets. Als je het zelf voor het kiezen hebt kun je namelijk ook lekker rustig nog eens wat tempeldelen bekijken bij een mooier licht, zeker in de ochtend als het zonnetje net begint te schijnen, en in de namiddag als de kleuren prachtig warm worden en andere gezichtjes laten zien van bijvoorbeeld Bayon... wat nog maar nét lukte, want vlak daarna besloot een grote dikke grijze wolk zich voor de zon te nestelen die alleen nog heel even bij het vooraanzichtje van Angkor Wat nog aan de kant wilde. Ook kun je stoppen bij de kleintjes waar de gemiddelde bus en tuktuk aan voorbijraast. Maar wat vooral heerlijk is, is in de natuur te zijn, want er is genoeg bosgebeuren en vogelgeluiden om te vergeten dat je je op een erg toeristisch terrein begeeft. Her en der een zijpaadje pakken levert dan ook nog mooie beloningen op van poorten die echt prachtiger zijn dan de 'hoofdtoegangspoorten', en de waterbuffels die tussen de waterbloemen liggen te rollebollen had ik toch ook niet graag gemist!

Werner heeft zich diezelfde dag naar het landmijnmuseum laten tukken en daar veel geleerd over de trieste historie én realiteit van het bommentapijt dat veel van het land nog steeds is. Dit museum wordt gerund door een man die als kindsoldaat voor de Rode Khmer bommen moest leggen, later voor de Vietnamezen hun leger versterkte, en nu met alle mogelijkheden die hij heeft (en dat zijn er helaas te weinig) zijn droom van een bommenvrij Cambodia nastreeft.... Ondertussen proberen hij en zijn vrouw, samen met een stichting die zich met hen buigt over organisatorische zaken, slachtoffers en wezen van explosieongelukken een betere kans te geven in het leven. Een boeiend en indrukwekkend 'verhaal' wat onrealistisch ver weg lijkt als je van alle pracht en praal van Angkor geniet, maar toch echt gewoon 'om elke straathoek'  aanwezig is...

En tijdens al dat tempelen, tuktukken en pedaalpeddelen zie je onderweg ook nog mooie tafereeltjes van het normale leven.  Vrachtwagens in allerlei hoedanigheden en in allerlei gebruiksverschijningen. De mooiste vonden we toch wel degene die wat wegheeft van een soort legertank, zelfgebouwd lijkt, met een open cabine (of eigenlijk een massief staal-ogend neusblok) waar de bestuurder bovenop zit... met een bromfietshelm 

sad.gif

 Geloof ons, die helm zie je op bijna geen enkel bromfietskopje hoor!
De vreemdste bromfietsconstructies snorren je voorbij, de een met nog een vernuftigere en grotere mogelijkheid tot laden van veel spullen en/of mensen dan de ander. Het in de breedte laden van bromfietsen blijft ook verbazen; één-meter-twintig-tot-vijftig breed schatten we zo, worden alle mogelijke goederen vervoerd. Kachelhout, constructiemateriaal, houtskoolzakken, 'staven' ijs... jawel, ijs zoals je dat gebruikt voor de frisdrank, maar dan als 'balk', wat gebruikt gaat worden in 'koelboxen' voor alle langsdewegkraampjes, crushed in de fruitshakes, onder de versgevangen vis op de markt, in willekeurige volgorde, want 'hergebruik' van de ene naar de andere functie is geen uitzondering. De ochtenden werden vooral 'gevuld'  door de varkens, die netjes op de rug, per twee, in een bamboevlechtwerk matje 'gerold' waarschijnlijk de meest verzorgde tijd van hun leven meemaken achterop de brommer naar de markt en dus naar hun einde... want ze leven nog, al zou je dat niet zeggen, en ze moeten vooral niet het loodje leggen voor de koop gesloten is, want dan is de opbrengst lager. Dus wordt er bij teveel zonnewarmte een schaduwstop gemaakt, krijgen de dieren regelmatig water (0ver zich heen), wordt goed gekeken of ze lekker liggen... alles om ze in topconditie daar te krijgen 

wink.gif

 Kippen in hun ronde manden, dagelijkse boodschappen om de baby heen in een ovalen rieten mand, werkelijk alles kun je kwijt in, op of aan een bromfiets!

Enne, of we nu alles gezien hebben daar? Neuh, in de verste verte niet, maar er moet een reden blijven om nog eens terug te komen toch 

laugh.gif

Ratanakiri

Nadat we ons hebben losgerukt van het buitengewone, rijke Angkor en omgeving gaan we in twee etappes naar het noordoosten door. Enerzijds omdat dat 'op weg'  is naar Laos, anderzijds omdat daar het leven en de omgeving nog aardig 'puur'  zou moeten zijn, maar wel toegankelijk. En dat laatste, dat is het ook. Maar wel via de hobbeligste en roodstoffigste route die we hier hebben meegemaakt dan... in een busje voor 27 personen waar zo ongeveer het dubbele inzat, ondanks beloftes dat dat niet zo zou zijn, voor teveel dollarcenten, en met beduidend minder vering en minder technische 'status' dan je zou hopen op zo'n stuk 

blink.gif


Eén techniekje deed het wel, want die vinden ze hier onmisbaar: den claxon! Soms zou je denken dat een van de extra manusjesvanalles betaald en wel óp de claxon zat, want de chauffeur kan nauwelijks nog tijd hebben om zich met de rest van het besturen bezig te houden... en dát is op een 'weg'  als deze toch echt al meer dan een dagtaak hoor! We hebben ons erg verbaasd over een van de verkeersborden die we op onze tocht echt tegenkwamen...

Na een lange dag, rollen we rood van het vele stof met pijn in het hele lijf in Ban Lung de bus uit. Onze rugzakken zijn heel blij dat we de extra hoezen eindelijk eens gebruikt hebben, zodat ze hun jasje uitmogen en schoon zijn. Wij mogen nog even wachten, we worden eerst naar onze lodge gebracht, een paar kilometer buiten het 'centrum'. Yaklom Hill Lodge, een soort klein houten bungalowtjescomplex tegen een heuvel aan, lekker tussen de bossen en heeeel veel vogels, zoveel weten we er nog wel van te maken als we arriveren. En moe maar tevreden met onze nieuwe omgeving genieten we van een hapje en een drankje en nemen we de koude douche op dit tijdstip voor lief. Morgenavond, dan weken we het hardnekkige stof er wel af onder de warme gemeenschappelijke douche!

Ban Lung en omgeving, (in de provincie) Ratanakiri zoals iedereen hier gewoon het dorp en omgeving noemt staat bekend om een aantal dingen; je kunt er trekkings maken door prachtige natuur & natuurlijk hilltribedorpjes, je kunt er zwemmen en genieten van Yaklom Lake, een mooi kratermeer, en je kunt er een tochtje maken op een olifant. Van achter naar voor ging daar onze aandacht dan ook naar uit; eerst het meest luie, dan een tikkie meer actief, en als we nog over hebben, het echte werk. Eerst maar eens een dagje hangmatten en kennismaken met alle natuurgeluiden om ons heen, en de klapper lezen waarin alle mogelijkheden keurig worden beschreven.... pff, das wel veel, en vooral actief...

Uiteindelijk hebben we de olifant geskipt omdat het ons hier bij nader inzien minder aansprak dan gedacht. Het meer hebben we wandelend bezocht, wat best een pakkerige aangelegenheid is, 10 kilometer lopen door het al genoemde roodstofgebied. Het rondje rond het meer zelf was in elk geval wat koeler en met mooie groene bomen, zonder de inmiddels al erg bekende laag dust. 
De trekkings.... hebben we gewikt en gewogen, en uiteindelijk gekozen voor een korte (2 x 2 uur rond een lekkere middagpauze in een hilltribevillage) over niet al te ruw terrein. De hitte begint hier namelijk aardig toe te slaan, en daar zijn niet alle lijven op gebouwd. Deze trekking was erg mooi, althans, de hutjes en hilltribemensen die we onderweg zo tegenkwamen. Zo mooi om mensen tegen te komen die nieuwsgierig en een beetje angstig zijn bij het zien van die witte lijven, die hun eigen dingetjes doen, hun eigen manier hebben om met deze omgeving samen te leven, erg boeiend! Helaas was de route niet helemaal zoals afgesproken, waardoor we een slordige 7 uur hebben rondgetrokken, en de ondergrond toch echt wel zwaarder dan besproken... Gelukkig zijn er geen ledematen die ech in de mankementen zijn geschoten hierdoor dus viel het mee.

Om al deze zweterige sportprestaties heen hebben we ons heerlijk tegoed gedaan aan het buitenzijn, met een boekje of niet, een beetje vooruitkijken naar Laos.... want daar zijn we vanaf deze lodge heen vertrokken.  
Al met al een taaie tocht van 200 kilometer waarvoor maar liefst 6 verschillende transportmiddelen werden ingezet (in plaats van de 'beloofde' 3), de benodigde tijd twee keer zo lang werd o.a. omdat we in een commercieel 'valletje'  gelokt waren bij een restaurant waar we 'nog eventjes'  moesten wachten voor we naar de boot gebracht werden (wij noemen drie uur wachten toch anders...) en nog wat van die frustrerende momenten waarbij 'oneerlijkheid' en 'geen kant op kunnen' voor ons weer eens triggers blijken te zijn waar we niet de vrolijkste mensen van worden 

unsure.gif

Maar oké, na 'keurig'  meegedaan te hebben aan de omkoopsom van een dollar per stempel per persoon bij de twee grensposten zijn we elf uur later in ons volgende en laatste reisland aangekomen, Laos!

Foto’s