Laos

31 maart 2008 - Vientiane, Laos

De 'laars' van Laos

Laos, juweeltje van de Mekong, zoals de toeristentshirtjes je vol overtuiging 'toeschreeuwen', naast natuurlijk het alomtegenwoordige 'Beer Lao'-logo. Beide iconen komen we in met grote regelmaat tegen hier, en wat ons betreft mogen ze in volle glorie rondgedragen worden!

We begonnen Laos te leren kennen op 1 van de (vier?)duizenden eilandjes van de Mekong in het zuidelijkste puntje van Laos, Don Det. Volgens sommige omschrijvingen een party-eiland, maar als je de 'hoofdweg' tot zo ongeveer halverwege naar beneden wandelt (wat met volle bepakking natuurlijk nog veel verder voelt dan het leek op de kaart) kom je terecht in het meer rustieke eilandleven... bamboehutjes, houten huisjes, vee van allerlei 'pluimage', alles scharrelt rustig rond.
Wij namen voor de eerste nacht onze intrek in een grote houten bungalow-op-pootjes, om die de volgende ochtend in te ruilen voor onze buurbungalow; kleiner maar beduidend luxer, want hier hadden we tenminste onze eigen hurktoilet en een rivierwater-koude-douche aan ons hutje vast 

smile.gif

 De hangmatjes op deze veranda waren daarnaast ook nog eens groter en beter, en ach, die bamboewandjes maken het geheel alleen maar een nog authentiekere belevenis toch!

Wat we hier zoal gedaan hebben? Euhm, nou, euh... niet zo bar veel eigenlijk. We hebben ons er op toegelegd om ons zoveel als mogelijk aan te passen aan ons nieuwe gastland, oftewel relaxt zijn in heel je doen en laten...
Dago heeft het hanengekraai dat hier in levende lijve als wekker fungeert (normaal zit er zoiets in onze telefoon dat ons wakker probeert te kraaien) serieus genomen en heeft al schommelend in de hangmat of wandelend over het eiland menig zonsopgang zich zien 'ontvouwen'. Overigens zijn de meeste locals dan al volop in touw, want het licht is er al een poosje eerder dan de zon te zien is, en dit is een van de weinige uurtjes waarin de warmte nog op zich laat wachten. 
Werner heeft zich met name toegelegd op het horizontale relaxen. De stap van bed naar hangmat vergde vaak al dusdanig veel, dat zelfs het ontbijten bij "Mama Leuah", 50 meter van onze veranda vandaan, toch echt even moest wachten. Tegen lunchtijd was er meestal weer wat meer pit te bekennen, en anders toch in elk geval wel rond het avondeten. 
Overigens, ook Dago heeft de hangmat erg goed leren kennen hoor, en beiden kunnen we het dagelijkse leven wat zo om ons heen gebeurde nog zo voor ogen halen 

wink.gif


Een prachtig uitzicht op de rivier, met allerlei formaten 'struikeilandjes'... de waterbuffalo's die daartussendoor ongelofelijk kalm hun gangetje gaan, een eilandje beklimmen voor een hap vers blad of wat gras, even kopje onder om de warmte wat kwijt te raken, maar hoe dan ook kalm an... bootjes in allerlei varianten voeren op gepaste afstand voorbij... of dobberden met een visserskoppel rustig tussen de struiken door, op zoek naar een mooie vanst voor hun net... de kinders met hun zelfgemaakte harpoenachtige 'wapens' die in het water rondspelen, en ongetwijfeld bij thuiskomst moeders verblijden met de opbrengst van hun spel... kippen met hun kuikens, in alle groottes, piepend en scharrelend, da's het echte scharrelleven hoor!
Heerlijke simpele Laogerechten hebben we bij de diverse kleine eettentjes geproefd, vaak niet meer dan een overdekt balkon boven het water. Het Beer Lao ligt goed in de mond, en zelfs de stevigere nationale drank is aan een nadere inspectie onderworpen... Lao Lao, oftewel rijstwhiskey, is hier goedkoper per literfles dan per 'borreltje', zelfs als ze even geen fles voorhanden hebben in het restaurant van je keuze. Dan wordt namelijk gewoon de privevoorraad aangesproken en schenken ze een fles vol uit de eigen jerrycan 

blink.gif

 Met een colaatje is het echt te drinken, al proeft ie verderop uit een echte fles beduidend zachter.

Nadat we ons eindelijk van Don Det konden losmaken zijn we in Pakse neergestreken. Niet veel te beleven, maar al het vervoer van en in Zuid Laos lijkt nou eenmaal daar samen te komen, dus tref je daar nog wel wat reizigers. We hebben wat taakjes gedaan, huiswerk gelezen, en ons beraden op het vervolg. Want zoals jullie al lazen in het mailtje van de vorige update begint de hitte hier in onze lijven wel echt vervelend door te werken. Daarnaast zal vast de reismoeheid in meer en mindere mate soms ook nog een duit in het zakje doen, waardoor het langdurig in lokale bussen vastgeplakt zitten momenteel niet echt als een uitdagende bezigheid beleefd wordt. 
De actievere plannen die we voor Laos hadden laten we vooralsnog en waarschijnlijk definitief op de plank liggen, want drie dagen trekken door hitte, dorheid, plakkend en schraal wordend, om dan lekker in te slapen op de grond van een huisje van locals na een douche in de Mekong, gewikkeld in een sarong... nee, dat is nu net effe niet wat lijkt te gaan helpen om weer wat energie te vinden!

Wat wel 'werkt', zijn de kleine mooie plaatsjes, met een vergelijkbaar levenstempo als Don Det opzoeken. 
Dat bracht ons bijvoorbeeld in Champasak, na een heerlijk boottochtje van twee uur, lekker windje erbij, genieten! Hier gaan de meeste toeristen heen om Wat Pu te bezoeken, een van de oudste ruines van Laos, in de stijl van de Khmer zoals we ze dus in Cambodia veel gezien hebben. De reisbijbel noemt dit ' een van de hoogtepunten van elk verblijf in Laos'... wij noemen het een leuk uitstapje, mooi uitzicht vanaf het topje in de schaduw, altijd prettig om rustig ergens rond te neuzen, maar als tempelruine toch echt een tikkie tegenvallend. Enne, onderweg naar boven, op die traptredes die ons zo weer in de Incatrail terugzetten, bereiken we een toptemperatuur van zo'n 38,2 graden...
Het had achteraf dus eigenlijk best als dagtrip gekund, maar toch waren we blij dat we een tandenborstel en tshirtje in de rugzak hadden gestopt en lekker in een klein guesthouse de rest van de dag van het (kijken naar het) rivierleven hebben genoten. Potje yahtzee, Beer Lao, af en toe een briesje, ach, soms is het leven niet zo heel zwaar hoor...

En zo komen we ook in Tat Lo, aan de noordrand van het Bolavenplateau, waar de 'trekpleister'  een aantal watervallen zijn. Ons guesthouse ligt op een steenworp afstand van de kleinste, en we kijken uit op de rivier waarin het hele dorp de hele dag door zijn ding doet... een wasje, het zoeken van slakken, vissen, de koters wassen, spelen... De waterval heeft erg te lijden  onder het waterbeheer dat helaas veelal in buitenlandse handen is, zoals meer van de watervallen en -standen van Mekong en zijriviertjes. Ook hier is in de buurt een grote hydropowerdam gebouwd, deze door Thai geloof ik, waardoor het hele waterhuishouden van slag is, er nauwelijks voldoende water door de riviertjes gaat om nog van 'normaal dagelijks leven' te kunnen spreken... Maar gelukkig is er nog wel wat, en horen we later dat er voorzichtige gedachten uitgaan naar op zijn minst proberen te komen tot coordinatie van al die dammen en centrales, zodat er wellicht nog iets te redden is. 
Onze uiteenlopende reacties op warmte en water zijn ook hier prima te combineren; Werner is blij met het grote verandaterras waarop onze kamer uitkomt en waar de menukaart voldoende lekkers te eten en te drinken voor hem in petto heeft, en ik geniet weer van de opkomende zon, het leven in en om de waterval met mijn voetjes koel in het snelstromende water, de zon die ondergaat, het wandelen over de bovenkant van de waterval als er nog helemaal niemand wakker lijkt... oh nee, kijk, natuurlijk zijn daar al wat locals actief aan de slag; water halen, moestuin begieten, de eerste was is al gedaan...
We maken met een kleine tuktukvrachtwagen een dagtocht in de omgeving, want hoewel je die ook kunt wandelen, is het windje wat dit met zich meebrengt een absolute aanrader, en op deze manier zien we toch nog iets van waar onze interesse hier naar uitging. We doen wat kleine dorpen aan, niet veel meer dan een verzameling houten hutjes, van stammen die ondertussen niet meer helemaal in hun oude 'doen' leven... In een van deze dorpjes was de dag ervoor het 'buffalo-offer'feest geweest. Vroeger duurde dit erg lang, met name het daadwerkelijk doden van de buffels, wat in hun overtuiging bijdraagt aan de waarde van het offer aan de spirits die het dorp beschermen. Hierbij werd de nodige LaoLao gedronken, mzuiek gemaakt, kortom, een echt traditioneel partijtje. Tegenwoordig heeft Beer Lao de eigengestookte drank verdrongen, en staat naast de dorpshut waarin het offeren plaatsvindt, de volgende dag een pickuptruk vol lege kratjes... vlak naast een vand e vele satelietschotels overigens, en lijkt de moderne muziek die uit een stel grote boxen blaast gewoon doorgegaan te zijn. Volgens onze gids is het offeren tegenwoordig bij deze stam een rappe aangelegenheid met een enkel schot... misschien wel zo diervriendelijk, maar misschien ook wel een van de voorbeelden die jammer zijn dat eigen gebruiken voor 'snelle bevrediging' verruild worden.
En wat hoog op mijn verlanglijstje stond doen we hier ook: een tocht op een prachtig dier, Bounma, 'onze'  olifant 

biggrin.gif


Het voelt echt wel apart om zo'n stugge, stevige, behaarde huid onder je blote pootjes te hebben, om je rond te laten schommelen op de rug van zo'n lomp ogend maar beheerst bewegend dier... Zestig jaar oud is ze, en samen met haar vriendin rijdt ze hier dagelijks toeristen rond, zodat ze nutteloos geworden is nu houtkap en andere zware arbeid niet meer aan de orde van de dag is.
De 'chauffeur'  zit op haar nek, met zijn voeten tegen de achterkant van haar oren, waarmee hij haar stuurt. Maar als hij er nog niet op zit, stuurt hij haar gewoon met zijn stem... prachtig om te zien hoe dat (samen)werkt! Ik heb na afloop van onze anderhalf uur nog een flinke tijd bij haar gezeten, want zo dicht bij, zo rustig zonder 'circus'  eromheen, die kans krijg je niet elke dag toch!

Na onze derde keer Pakse zijn we met een luxe nachtbus doorgegaan naar Vientiane, de hoofdstad van Laos die eigenlijk net niet meer in de 'laars'  ligt. We zijn hier nu een paar dagen, doen lekker kalm an wat dingetjes, zoals weer eens een museum bezoeken, en natuurlijk mag de grote plaatselijke markt ook niet worden overgeslagen he. Dat hebben we gecombineerd met een tempoloos fietstochtje, waarbij Werners benen en het stuur toch echt niet bij mekaar bleken te passen, dus mocht ie eerder vrijaf en hoefde hij geen rondje Mekongoever meer mee te doen.
Wel jammer dat zo de prachtige zonsondergang aan het ' einde'  van het pad aan hem voorbij ging, maar dat maken we misschien nog wel goed... tenminste, als we morgen nog hier zijn 's avonds, en als we dan misschien ook weer een wolkenloze dag hebben... Want de regen heeft Laos gevonden, wat gelukkig een erg positief effect heeft op de temperatuur (ik heb mijn vestje alweer uit de tas getrommeld, Werner wandelt glimmend buiten rond 

wink.gif

)

Wat we verder gaan doen laten we afhangen van de energie, maar als het goed is gaan we een dezer dagen in elk geval eens in Van Vieng kijken, want ook daar hebben ze water om de koelte te bewaren, en willen we zeker nog naar de Plain of Jars, o.a. om de realiteit van het megagrote onontplofte mijnen en bommenverhaal van Laos daar met eigen ogen te zien.

Jullie lezen het vanzelf weer als we ons bewogen hebben op de landkaart 

cool.gif

Laatste btje Laos

De laatste btjes, de laatste loodjes... want zo begonnen ze een beetje te voelen, onze laatste stappen op het ' echte' reispad hier in de klamme hitte. 
Dat lezende zal het jullie waarschijnlijk niet verbazen dat we het dus kort kunnen houden nu, want we hebben een punt gezet achter het rondtrekken, hebben onze verlanglijstjes doorgeschoven naar Sinterklaastijd of misschien de Kerstman, en geluisterd naar lijf en leden, oftewel: wij zitten NU aan het strand 

biggrin.gif

Na Vientiane hebben we ons stekkie geprobeerd te vinden in Vang Vieng, waar we met regen en vochtige warmte ontvangen werden, en de weersverwachtingen ons niet direct uitnodigden tot klim-, wandel- en waterwerkzaamheden. Na twee nachten zweten en beraadslagen over onze andere 'mustsee', de Plain of Jars, hebben we ook daarvan gezegd dat we die helaas nu niet bij gaan schrijven op de lange lijst met bezochte indrukwekkende plekken. De busrit hierheen duurt met zijn tien uurtjes in een lokale boedelbak toch net effe te lang nu, en vliegen met een Antonov-vliegtuigje, wat nog wel eens uit de lucht vallen wil, is het ons ook weer niet waard.

Door dan dus, naar Luang Prabang, World Heritage Site-stadje, wat naast de meest logische keuze voor verdere logistieke stappen ook een goed plekje blijkt om even lekker te nixen, wat rond te kijken, Werner in een aircokamer te verstoppen met een tvtje, en Dago naar de megamarkt met dingeltjes te sturen.
De laatste tempel is hier bezocht, de beroemde nightmarket, waar de meeste souveniers netjes zijn blijven liggen (een rugzak is nl echt vol als ie vol is), het heerlijke eten is nog eens goed geproefd en een beetje weemoedig maar tegelijkertijd vol van alle reistijd en reisindrukken, hebben we afscheid genomen van Laos, van landen leren kennen, van zoeken naar het volgende bed, naar het lekkerste ontbijtje, naar mooie momenten en prachtige plaatsen...

Foto’s