Welcome to Cuba!

29 mei 2015 - Panama-stad, Panama

En alsof het geen toeval meer is, gebeurde er ook op deze reisdag weer van alles. Terwijl ik toch alleen maar een vlucht van Panama naar Havana had. Tot een half uur voordat we in Havana zouden landen was er niks aan de hand. Ik was net bezig om een formulier voor douane in te vullen, toen de gezagvoerder 'live' via de speaker ons waarschuwde dat iedereen moest gaan zitten ivm te verwachte turbulentie. Hij was nog niet uitgesproken of het toestel begon aan alle kanten flink te schudden. Stewards en stewardessen schoten naar de keuken om daar losse spullen op te ruimen en zelf zo snel mogelijk te gaan zitten. Mensen die nog stonden te wachten bij het toilet renden terug naar hun zitplaats. Ondertussen werd het schudden alleen maar erger. En daar bleef het niet bij. Nog voordat de laatste mensen zaten maakten we de eerste vrije val van een aantal meters. En of dat nog niet genoeg was werd dat nog enkele keren herhaald met een nog grotere vrije vallen. Met als gevolg dat een aantal mensen begon te schreeuwen. De jongen naast me kruisjes aan het slaan was. En verder iedereen een beetje wit begon weg te trekken. Gelukkig stopte het ook weer net zo onverwacht zoals het ook begonnen was. En kroop bij iedereen het bloed weer terug naar de plaatsen waar het hoord. En toen de piloot een klein half uur later het vliegtuig veilig aan de grond zette was een groot applaus zijn deel.

Nu weet ik van mezelf dat ik niet altijd het grootste sociale wezen ben dat er op aarde rondloopt. Maar zodra ik in de buurt van de douane kom lukt het me wel bijna altijd om een speciale band te creëren met mensen (verhaal van grensovergang Costa Rica - Panama heb ik jullie nog niet verteld). Dat ik niet altijd blij ben met deze band zal te maken hebben met het groeiproces waarin ik zit (positief bekijken) Zo ook deze keer. Nadat ik het vliegtuig had verlaten ging ik op weg naar de douane. Helaas, zover kwam ik niet. Nog voordat ik bij de douane was werd ik aangehouden door een dame die mijn paspoort wilde zien. Dit was echter niet het enige. Ze begon me ook nog allerlei vragen te stellen over wat ik kwam doen, wat ik allemaal bij me had, hoeveel geld ik had meegenomen, wat voor werk ik deed, etc etc. Dit duurde een klein kwartier. Daarna verontschuldigde ze zich want ze moest even bellen ( dit terwijl ze nog steeds mijn paspoort had) Na een minuut of 5 was ze uitgebeld en riep ze dat ik naar haar toe moest komen. En wat denk je? Alle vragen die ze eerder gesteld had werden nogmaals gesteld, alleen alles werd nu netjes op papier gezet. Op mijn vraag waar dit allemaal voor nodig was zei ze vriendelijk dat ik me geen zorgen hoefde te maken maar dat dit gewoon een routine onderzoek was. En daar kon ik het mee doen. Toen we klaar waren mocht ik eindelijk naar de douane. Niet alleen natuurlijk. Nee, de routineonderzoekster liep keurig met me mee. Het was me inmiddels wel duidelijk waarom. Ze wilde mijn grote rugzak zien en checken of het wel klopte wat ik had opgegeven dat er in zat. Nu is men niet overal even snel met de bagage en was het voor mij ook geen verrassing dat mijn rugzak nog niet op de band lag. Aan de andere kant had ik ook wel iets van 'als die maar wél meegenomen is'. Na een kwartier werd gelukkig ook mijn rugzak op de band gelegd. Mijn vriendin de routineonderzoekster was echter in geen velden of wegen meer te bekennen. Nou dacht ik, dan ben ik pleite. Dat had ik dus niet moeten denken. Het stokje was namelijk doorgegeven. En niet aan zomaar iemand. Nee, deze 'tante' had haar opleiding nog genoten in het voormalig Oostblok (ik denk zelfs in Siberië). Dat straalde ze ook nog helemaal uit. Net toen ik weg wilde lopen kwam ze naar me toe. Of ik met haar mee wilde lopen want de bagage moest door de scanner. Daarbij moest ze ook mijn paspoort hebben. Wij die kant op. Rugzakken door de scanner en klaar is Kees, dacht ik. Wéér fout. Ik moest nog even geduld hebben zei miss Siberië. Nu vond ik dat ik dat al genoeg was geweest, dus geduldig ging over in ongeduldig. En dus probeerde ik haar te pakken te krijgen. Maar iedere keer als ik haar wilde benaderen liep ze weg, met mijn paspoort nog steeds in de hand. Na een dikke 20 minuten lukte het me eindelijk haar te tackelen en haar te vragen wat er eindelijk allemaal aan de hand was (tot die tijd had ze helemaal niets gedaan met het paspoort) Haar tegenvraag was of ik nerveus werd? Ik was zeer verbaasd over deze vraag en mijn antwoord was dat dat helemaal niet het geval was maar dat er iemand op mij stond te wachten om me naar mijn hostel te brengen. Haar reactie hierop verbaasde me nog meer: ze overhandigde mij namelijk het paspoort en sprak daarbij de magische woorden: Welcome to Cuba!

Verblijven in Havana, en met name in de wijk Havana Viejo, is een belevenis op zich. Iedere dag opnieuw als je 's ochtends de deur uitloopt lijkt het net alsof je een film instapt, je komt ogen tekort. De tijd lijkt hier een flinke poos stilgestaan te hebben. Op veel plekken is het een gigantische bouwval en lijkt de wijk gebombardeerd te zijn. Aan de andere kant vind je tussen die bouwval ook de prachtigste gebouwen zoals musea, restaurants, cafe's. En wat aan de voorkant een bouwval lijkt wordt vaak aan de achterkant bewoond. Veiligheid lijkt niet van belang te zijn, een dak boven het hoofd is belangrijker. Ondertussen gaat het dagelijkse leven gewoon verder. Verspreiden de auto's uit de jaren vijftig gigantische rookwolken, trekt het paard rustig de kar voort, worden er vanuit een raam of luik van een huis spulletjes verkocht, zitten mensen rustig in een deurportiek, rijdt lijn 132 met als eindbestemming Brakel gewoon door de straten, schalt de muziek door de ramen naar buiten en spelen kinderen op de straat. Mensen zijn vriendelijk en tonen interesse in je. Vragen hoe je heet, waar je vandaan komt en hoe lang je blijft. Maar ze helpen je ook graag als je de weg vraagt.
De vriendelijkheid van de mensen tref je bijna in het hele land aan. In het oosten is het iets minder. Dat gedeelte van het land lijkt ook nóg armer dan de rest van het land. Mensen lijken iets stugger en na een gesprek eindigt het vaak met de vraag voor kleren, geld voor eten of iets anders. Maar ja, wat zou jij doen als je bijna niks hebt...

De wegen in Cuba zijn een verhaal apart. Er zijn enkele 'snelwegen' maar daarop lijkt het af en toe wel alsof het een autoloze zondag is. Dit heeft te maken met het feit dat zeer veel mensen in de steden wonen en nog meer mensen gewoon geen auto kunnen betalen. Voor de veiligheid is dit maar goed ook. Ik heb enkele keren met een bus of taxi op een 3-baans snelweg gereden en de chauffeur is genoodzaakt alle 3 de rijstroken te gebruiken. Buiten het feit dat de snelweg ook gebruikt wordt door paard en wagen, de ossekar, fietsers, wandelaars, ruiters, verkopers, loslopende koeien en geiten, is de weg zo slecht dat de chauffeur al zigzaggend goed stuk asfalt probeert te zoeken. En dat lukt niet altijd, met als gevolg dat bus en auto heel wat te lijden hebben. En dan hebben we het nog niet over de gemiddelde snelheid op de 'snelweg'. Meer dan 50 km afleggen in een uur is een pittige opgave en alleen weggelegd voor durfals.

Nu heb ik zelf weinig met auto's, eigenlijk helemaal niets, maar de meeste auto's hier zijn gewoon geweldig. Het zijn voornamelijk Chevrolets of Dodges met een geboortejaar meestal ergens in de jaren vijftig. In veel gevallen is de benzinemotor vervangen door de veel 'schonere' dieselmotor. Ze zien er niet alleen van buiten prachtig uit maar ook binnenin lijkt alles nog origineel, zelfs als nieuw. Met een rijbewijs alleen redt je het echter niet voor deze oudjes. Nee, je zult zelf moeten kunnen sleutelen en creatief zijn. Onderhoud uitbesteden is namelijk geen optie, veel te duur. Nadeel van deze auto's is dat als je achter zo'n auto rijdt en je hebt de ramen open je bijna vergast wordt. Niet normaal zoals deze auto's stinken. Maar volgens mij is er niemand die zich daar drukte over maakt, behalve een verdwaalde toerist.

Tijdens mijn verblijf in Cuba heb ik bijna alleen maar geslapen in de casa's particulares, de Cubaanse versie van B&B. De mensen moeten de helft van de opbrengst afdragen aan de regering als zijnde belasting. Daarbij moeten ze, als ze nieuwe toeristen krijgen, dit binnen 24 uur melden aan een beambte. Zo weten de Castrootjes precies hoeveel geld de mensen verdienen én weten ze waar de toeristen zich bevinden. Voor de mensen is het echter zeer belangrijk dat ze iets kunnen bijverdienen. Het gemiddelde maandsalaris ligt namelijk op maar US$ 12,- per maand. En een klein pensioen is er alleen voor de mensen die bij de overheid gewerkt hebben.
Het fijne van de casa's vond ik het contact met de mensen, dat was zeer speciaal. Na een poosje praten krijg je vaak te horen hoe het leven écht is in Cuba. En dat is voor de meesten niet makkelijk. Er is een groot tekort aan medicijnen en levensmiddelen. Melk is er bijvoorbeeld, althans voor de gewone burger, sinds 7 jaar niet meer te krijgen. Verder zijn de 'schappen' in de 'winkeltjes' eerder leeg dan dat er iets op ligt. En voor de 'toeristen en regeringssupermarkten', waar veel meer producten liggen, heeft men geen geld. Alsof dat nog niet genoeg is moet men ook nog eens oppassen met wat men tegen wie zegt. Iemand maakte de opmerking 'er werken 7 miljoen mensen voor de regering'. Een verkeerde opmerking tegen een verkeerd persoon kan hele nare consequenties hebben. Ik vroeg aan iemand anders of hij gelukkig was (hij was dokter en verhuurde 2 kamers aan toeristen) Zijn antwoord was dat hij zelf redelijk gelukkig was maar dat hij grote moeite had met het feit hoe veel van zijn familie en kennissen moesten leven. Verder zei hij dat wij, de toeristen, alleen de buitenkant van de Cubanen zagen. Het meest bizarre verhaal (nagevraagd bij diverse mensen) dat ik hoorde is het volgende. Een familielid van iemand moest voor 8 jaar naar de gevangenis wegens het doden van een...koe! De koeien zijn namelijk eigendom van de regering. Op het moment dat je een koe doodt bega je een criminele daad tegen de regering... En daar wordt je voor gestraft.

Na het horen van deze, en vele andere verhalen, kwam ik tot de conclusie dat er in 1959 (toen Fidel aan de macht kwam en het socialisme uitriep) iets misgegaan moet zijn. Ik vermoed het volgende: Fidel vroeg aan een tolk wat de vertaling was van het Chinese woord voor communisme. De tolk wist dat echter niet. Maar omdat hij dat niet durfde te zeggen verzon hij maar iets en zei tegen Fidel: socialisme

Welcome to Cuba!

Werner
Van reisblog naar fotoboek
Laat een prachtig fotoboek afdrukken van je verhalen & foto's. Al vanaf € 21,95.
reisdrukker.nl

Foto’s

1 Reactie

  1. Michel Auwens:
    30 mei 2015
    Wederom een mooi verhaal, heb je niet toevallig een foto van die miss Siberie